Easter Lamb Ragdoll

Ik had nog een bolletje Rico Essentials Cotton DK (kleurnummer 45) liggen, en ik was al een paar keer een project begonnen maar ik haalde het even zoveel keer uit. Nu zag ik gisteren het patroontje van dit schattige lammetje, dus ik besloot mijn bolletje Rico ervoor te gebruiken. Voor het haken van bobbelsteken heb je heel wat garen nodig, maar op het bolletje zit 130 meter en nu het lammetje af is heb ik nog ongeveer de helft over. Voor de witte onderdelen gebruikte ik Phildar Phil Coton 3. Voor het hele schaapje gebruikte ik een haaknaald 3mm. Vind je het leuk om het schaapje te haken? Het Engelse patroon inclusief een uitgebreide uitleg en foto-tutorial vind je hier. Een verkorte Nederlandse versie van het patroon schreef ik hieronder uit.

I had a ball of Rico Essentials Cotton DK (color number 45) and I started a few projects with it, but just as many times I unravelled. Until yesterday, when I noticed the pattern of this cute little lamb. I decided to use my ball of Rico for that cute pattern. For crocheting bobble stitches you need a lot of yarn, but there's 130 meters on a ball, and now the lamb is done I have about half a ball left. For the white parts I used Phildar Phil Coton 3. For the entire lamb I used a crochet hook size 3mm. Do you want to make this little lamb? The English pattern with a complete photo-tutorial is here.

Lijfje (maak twee helften)
Je haakt het lijfje met de bobbelsteek. In dit patroon bestaat de bobbelsteek uit 6 stokjes. Je slaat bij de bobbelsteek de laatste stap van een stokje over. Zo krijg je meerdere lussen op je naald. Als je zes stokjes hebt gehaakt (zonder de laatste stap dus) sla je de draad om de naald en trek je de draad door alle lussen op de naald.

1. Haak 16 lossen.
2. Keer je werk, haak 1 vaste in elke losse. (15)
3. Haak 3 lossen (telt als 1 stokje), keer je werk. * Haak 1 bobbelsteek van 5 stokjes (de 3 lossen die je eerder haakte telt als 1 stokje, dus dit is ook een bobbelsteek van 6 stokjes), haak 1 vaste in de volgende. * Herhaal dit tot het einde van de rij. De laatste steek is een bobbelsteek. (15)
4. Haak 1 losse, keer je werk, haak een rij vasten. (15).
5. Herhaal rij 3.
6. Herhaal rij 4.

Blijf nu de toeren 3 en 4 herhalen tot je een vijf bobbelrijen hebt. Je laatste rij is een rij met vasten. Hecht dan niet af maar haak rondom alleen maar vasten. Het maakt niet zoveel uit hoeveel vasten het zijn, maar als je een tweede hiervan maakt moet je rondom evenveel vasten haken omdat je de twee helften daarna op elkaar gaat naaien. Als je de twee helften hebt gemaakt, naai ze dan dus op elkaar. Doe op tijd vulling er in.

Hoofdje (maak twee helften)

1. Haak 6 lossen, keer je werk, haak 1 vaste in elke steek. (5)
2. Haak 1 losse, keer je werk, haak 2 vasten in de eerste steek, haak dan 3 vasten, haak 2 vasten in de laatste steek. (7)
3. Haak 1 losse, keer je werk, haak 2 vasten in de eerste steek, haak dan 5 vasten, haak 2 vasten in de laatste steek. (9)
4. Haak 1 losse, keer je werk, haak 2 vasten in de eerste steek, haak dan 7 vasten, haak 2 vasten in de laatste steek. (11)
5-8. Haak 1 losse, keer je werk, haak 1 vaste in elke steek.

Na het haken van de eerste helft hecht je af, maar na het haken van de tweede helft hecht je niet af. Je haakt dan 1 losse en wisselt naar de kleur van het lijfje. Haak dan 3 lossen, haak 1 bobbel in de eerste steek, haak 1 vaste in de volgende steek. * Haak 1 bobbel in de volgende steek, haak 1 vaste in de volgende steek. * Herhaal dit tot het einde van de rij. Keer dan je werk. Haak 2 halve vasten. Haak dan weer een bobbelsteek, gevolgd door een vaste. Doe dit tot je vier bobbels hebt. Hecht dan af en laat een iets langere draad zitten. Steek de draad door een naald en trek de draad door de bovenste rij bobbels. Trek de draad aan zodat de bobbels een beetje bol op het hoofdje komen te staan. Hecht dan af. Naai nu de andere helft van het hoofdje tegen deze helft. Vul met een beetje fyberfill. Naai met donkere draad de oogjes en eventueel een mondje op het gezichtje.

De oren (maak er twee)
1. Haak 4 vasten in een magische ring.
2. Meerder rondom. (8)
3. * Haak 1 vaste, meerder. * Herhaal rondom. (12)
4-6. Haak 1 vaste in elke steek rondom. (12)
7. * Haak 1 vaste, minder. * Herhaal rondom. (8) 
Naai aan de zijkant van het hoofdje vast.

Staart
Gebruik het patroontje van de oren, maak er 1. Naai op de achterkant van het lijfje.

Voeten (ik haakte de voeten iets anders, zie het originele patroon voor de andere versie)

1. Haak 6 vasten in een magische ring.
2. Meerder rondom. (12)
3-4. Haak 1 vaste in elke steek rondom.
5. Minder rondom. (6)
Hecht af. Vul de voetjes met fyberfill en naai ze op de onderkant van het lijfje.